Sei Django

14 juni 2013 - Garoua, Kameroen

"Docteur Ietje! Docteur Rian! ça va?!" Monsieur Sali, de coordinateur van het ziekenhuis kijkt achterom en grijnst zijn schurkenlach. Hij rijdt met 90 kilometer per uur over de onverharde weg, deinst niet terug voor de gaten, en katapulteert ons zodoende dat we met ons achterhoofd tegen het plafond botsen. "Oui, ça va!" Roepen wij in koor terug. Wij vermaken ons prima, het uitzicht vanuit de auto is adembenemend. Het is vlak, dor en droog, maar door het regenseizoen zijn alle bomen en struiken donkergroen. Achter elke bocht schuilt een nieuw dorpje gemaakt van modderhutjes met rieten daken, waar Afrikaanse vrouwen met baby's op hun rug tonnen water op hun hoofd dragen en mannen in hun moslimgewaden over straat fietsen. We zijn onderweg naar Mokong, waar de hoofdcoordinator van het oevre medical, monsieur Mamoudou, ons hartelijk ontvangt en ons van rode wijn voorziet tijdens het diner. We bespreken de Afrikaanse en Europese gezondheidszorg en de mannen aan tafel kunnen maar moeilijk geloven dat in Nederland het meerendeel van de artsen straks vrouw is.

De volgende dag worden we, na een iets minder spannende autorit (waarschijnlijk omdat monsieur Mamoudou zelf ook in de auto zit, al lijkt hij wel op de hoogte te zijn van het rijgedrag van zijn collega) afgezet bij het centre d'accueil van Maroua, waar we onze eigen kamer krijgen en 2 hele dagen met rust gelaten worden om te doen waar we zin in hebben. Gelukkig wil Badriyyah, die in het centre woont om onduidelijke redenen, ons de stad laten zien en ze neemt ons mee naar het huis van haar moeder om ons brouille te laten proeven. Brouille wordt gemaakt van rijstwater, pinda, melk, suiker en limoen, maar smaakt verbazingwekkend goed en laat onze trek als sneeuw voor de zon verdwijnen. Geen wonder dat dit wordt voorgeschreven aan alle postoperatieve patienten in ons ziekenhuis, het is vloeibaar en zit vol goede voedingsstoffen. Samen met Badriyyah en haar neef (die mee is voor onze veiligheid maar gelukkig ook erg aardig is) beleven we vervolgens het nachtleven van Noord-Kameroen met heerlijke trente-trois biertjes en gebarbequed vlees van de straat.

Zondag komt monsieur Mamoudou ons in een kleurig pak weer ophalen en zet ons af bij de auto van monsieur Sali. "Voulez-vous une bière avant de partir?" Vraagt hij. Ik bedank vriendelijk, de whiskey-cola's van de vorige nacht ben ik nog niet vergeten. Monsieur Sali neemt het er nog even van, met een trente-trois of 3,4 van 65 cl per stuk kun je namelijk prima met 80 kilometer per uur geiten ontwijken op de weg. Veilig thuis aangekomen geven we hem opgelucht een hand. "Sei Django, monsieur Sali", Foulfouldé voor "tot morgen".

3 Reacties

  1. Oma:
    14 juni 2013
    leuk inkijkje in de besteding van je vrije dagen. Zelf met heus nachtleven! Nog super veel plezier daar, Liefs, Tienke
  2. Iris:
    14 juni 2013
    Klinkt goed zus! Je Frans gaat ook al lekker! Nog een beetje gedanst op straat? Veel plezier nog! Xx iris
  3. Oma:
    15 juni 2013
    Ik geniet erg van je verhaal, Rian. Zou graag even zelf willen zien hoe je daar zit. Oma